#MeetTheArtist Laura Jatkowski

Laura Jatkowski toont op Prospects Unvergessen, een installatie waarvoor ze verwijderde grafstenen bewerkte met een boor. Met deze relatief eenvoudige ingreep raakt de Duitse kunstenares aan grote thema’s als het leven, dood, sterfelijkheid en het belang van objecten als drager van herinneringen. Het leverde Jatkowski een nominatie op voor de NN Art Award. 

Laura Jatkowski (Duitsland, 1990) werd opgeleid als beeldhouwer in Glasgow en rondde haar opleiding af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Na haar studie was ze betrokken bij de oprichting van het Haagse studiocomplex-annex-projectruimte Trixie. Ze woont en werkt afwisselend in Den Haag en Berlijn.

Op Prospects is Unvergessen te zien, een installatie die bestaat uit afgedankte grafstenen. Was je je direct bewust van het potentieel van de zerken toen je ze ontdekte op het Berlijnse Zionsfriedhof?
Ik zou niet zeggen dat ik direct potentieel zag, maar vanaf het moment dat ik de stapel ontdekte, liet het een indruk op me achter en kreeg ik het beeld niet meer uit mijn hoofd. We hebben het over minstens 100 stenen die op elkaar waren gegooid. Het is afhankelijk van de cultuur, maar in veel Europese landen  is het gebruikelijk dat men geen graf bezit; in plaats daarvan huurt men het voor tien tot twintig jaar. Als het contract niet wordt verlengd, worden de grafstenen uit het graf verwijderd en gesloopt.

Je hebt de letters uit de grafstenen geboord. Hoe kwam je op dat idee?
Het idee om de letters uit te boren ontstond tijdens het nadenken over het object en hoe het te benaderen. Een grafsteen is een persoonlijk object met waarde en herinneringen die niet direct van mij zijn. Het doel van het object om de herinnering te bewaren, wordt teniet gedaan zodra de grafstenen uit het graf zijn verwijderd om te worden gewist. Door de letters eruit te halen, kon ik het gevoel van wissen benadrukken en de zerken tegelijkertijd weer onder de aandacht brengen. Mijn oorspronkelijke uitgangspunt was om alleen de letters te gebruiken en ze weer samen te voegen tot woorden of zinnen. Tijdens het maken besefte ik dat de letters al zoveel betekenis hadden dat dit gebaar geforceerd aanvoelde. Later, toen ik de lege negatieven van de grafstenen zag, besefte ik dat ze inderdaad een potentieel hadden dat ik nog niet eerder had gezien. Daarop besloot ik ze in mijn installatie op te nemen.

Waar gaat Unvergessen over? Kan je iets vertellen over de thema's die je behandelt?
Het werk gaat over verlies en dood en confronteert de kijker met zijn sterfelijkheid. Met dit werk ben ik geïnteresseerd in het onderzoeken hoe geheugen een waardevolle hulpbron is en hoe het niet alleen is ingebed in verhalen, maar ook in materiële artefacten en objecten. De processen van het herinneren en vergeten en hoe herinneringen gekoppeld zijn aan objecten maken mij nieuwsgierig. Herinneren  is een merkwaardig proces. Het is elke dag bij je en vertelt je wie je bent. Ik ben altijd verbaasd hoe sommige mensen zich de kleinste details kunnen herinneren, terwijl ik de neiging heb ze te vergeten. Er is een drang om te herinneren en herinnerd te worden. Mensen hebben altijd objecten gemaakt om hun herinneringen vast te houden; we verzamelen dingen om ons heen om ons te blijven herinneren en om vergetelheid tegen te gaan. Ik zie vergeten niet als alleen maar negatief. Het kan iemand ook in staat stellen zichzelf opnieuw uit te vinden en verder te gaan, en soms is het nodig om te vergeten. Hoe gaan we om met deze geheugenobjecten en -ruimtes? Hoe bewaren we herinneringen en houden we ze levend?

In eerdere werken heb je onderwerpen behandeld als het repareren van lekke banden en de inhoud van iemands koelkast als een manier om iemands persoonlijkheid en verlangens te beschrijven. Hoe sluit dit project aan bij je eerdere werk?
Dit project bouwt voort op van een van de centrale vragen die ik in mijn praktijk stel: hoe bepaalde objecten en gebaren emotionele waarden en geschiedenissen dragen. Ik werk vaak met alledaagse materialen en haal ze uit hun oorspronkelijke context door ze in een nieuw systeem van relaties te plaatsen.

Alledaagse voorwerpen of gebaren bieden de kijker een onmiddellijke verbinding - er is al een relatie tussen het voorwerp en de person; een bepaald soort 'voorgeschiedenis' die al is ingebed. Deze 'voorgeschiedenis' bevat informatie en signifiers. Door ze te tonen in een voor de kijker onbekende context kan ik de materialen opnieuw betekenis geven. Voor mij is het belangrijk om een geschikte vorm te vinden die een abstractieniveau creëert. Tussen het concrete en het abstracte ontstaat een spanningsruimte waardoor zich plotseling een nieuwe ruimte opent die de kijker kan vullen met zijn vragen en verbeelding

Credits: Gaffa hält das Selbst zusammen, 2018, video stills, met dank aan Alexander Benjamin Vinther

Qua timbre lijkt Unvergessen serieuzer van toon dan bijvoorbeeld de koelkastdeurinstallaties. Ben je het eens met die stelling en was je van plan zoiets te maken, iets dat tegelijk emotioneel en cerebraal is?
Voor mij staan denken en voelen niet los van elkaar. Het klopt inderdaad dat mijn werken verschillende sferen hebben. Omdat ik voornamelijk met alledaagse voorwerpen werk, brengt elk zijn eigen connotaties en referenties met zich mee. Mijn werk stelt onze relatie met het gegeven object ter discussie. Sommige alledaagse voorwerpen zoals de koelkastdeur of een kruiwagen geven me meer ruimte om ze te benaderen en ermee te spelen tijdens het creatieproces, terwijl ik bij deze grafstenen, vanwege de context van het object, voelde dat mijn interventieruimte beperkt was.

Voordat je de KABK bezocht, studeerde je Beeldhouwkunst in Glasgow. Beschouw je jezelf als een beeldhouwer of een kunstenaar die niet gebonden is aan een bepaalde discipline?
Ik begon mijn BA in Glasgow en rondde deze af in Nederland. Ook al heb ik een achtergrond in de beeldhouwkunst, ik ben niet gebonden aan een medium. Bij elk idee experimenteer ik en kijk ik welk medium het beste is om het uit te voeren. Het resultaat kan dan een video, een installatie of een sculptuur zijn. Desalniettemin heeft de discipline beeldhouwkunst mijn denken veel gevormd. Bij het installeren van een werk, bijvoorbeeld, denk ik als een beeldhouwer. De plaatsing van het werk in relatie tot het lichaam van de kijker, hoe het zich laat waarnemen en hoe het kijkers door de ruimte laat bewegen, zijn belangrijk voor mij.

Je bent een van de oprichters van Trixie, het Haagse studiocomplex-annex-projectruimte. Hoe kwam dit initiatief tot stand  en waarom besloot je eraan mee te doen?
Net als de meeste net afgestudeerde kunstenaars, stond ik na mijn afstuderen voor de opgave om een studio te vinden. De academie, waar ik normaal naartoe ging om te werken, koffie te drinken met mijn vrienden en over kunst te praten, war er niet meer. Kort daarop vond ik een studio, maar de gemeenschap ontbrak, als een auto zonder brandstof; beide zijn cruciaal voor mij. Daarom verzamelde ik een aantal artiesten om heen en zochten we naar mogelijkheden om die gemeenschap voor onszelf te creëren. Met de genereuze hulp van Stroom Den Haag hebben we in 2018 een ruimte gevonden in het centrum van de stad. Trixie heeft een galerieruimte, 15 studio's en een grote keuken om te koken en te praten. Trixie is inmiddels een bekende plek geworden binnen de culturele scene in Den Haag en ik heb er veel geweldige kunstenaars mogen ontmoeten, vriendschappen gesloten en van elk van hen kunnen leren.

Geschreven door Wouter van den Eijkel 

Art Rotterdam mailing list

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws