Figuratie of abstractie: uiteindelijk een kwestie van schaal

Filipp Groubnov

Interview met Filipp Groubnov
Acht jaar terug verruilde Filipp Groubnov Belarus voor Nederland. Aan de Koninklijke Academie in Den Haag ontdekte hij dat hij veel van zijn interesses kwijt kon in installaties. Daarin houdt hij zich het liefst op in de grensgebied van verschillende kunstzinnige en wetenschappelijke disciplines. “Daar vind ik ruimte voor mijn eigen verhaal en de mogelijkheid allerlei vragen die me intrigeren te behandelen. Er zijn simpelweg te veel dingen die me inspireren om ze in een systeem te plaatsen.” Dat geldt ook voor zijn beeldtaal die een unieke mix is figuratie en abstractie, al is dat volgens Groubnov uiteindelijk een kwestie van schaal. Op Art Rotterdam wordt zijn werk getoond door Josilda da Conceição. 

Laten we bij het begin beginnen. Voordat je naar de kunstacademie ging, studeerde je een jaar natuurkunde. Wat deed je besluiten om over te stappen? 
Voordat ik naar de kunstacademie ging, was ik al zeer geïnteresseerd in kunst. Ik ben altijd betrokken geweest bij creatieve activiteiten, van graffiti tot tekenen en schilderen. De belangrijkste reden waarom ik direct voor een opleiding aan een academie koos, was, denk ik,  omdat ik niemand kende die die richting volgde. Destijds beschouwde ik een carrière in de kunst niet echt als een mogelijkheid in Belarus. Aan de andere kant was ik geïnteresseerd in wetenschap en ik stelde me voor dat de studie natuurkunde ook een soort creatief proces was, maar na een jaar besefte ik dat het erg formeel en inspiratieloos was. Op een gegeven moment kon ik het gewoon niet langer opbrengen en toen besloot ik over te stappen.

Je verhuisde van Belarus naar Nederland in 2015. Wat voor werk maakte je destijds?
Toen ik in 2015 naar Nederland verhuisde, was ik niet erg bekend met hedendaagse kunst. Sterker nog, ik was nauwelijks bekend met hedendaagse kunst, omdat die in Wit-Rusland niet goed vertegenwoordigd is. Destijds was er slechts één galerie in Minsk die hedendaagse kunst tentoonstelde en ik miste de context om het echt te begrijpen. Ik werd vooral beïnvloed door vroege 20e- en 19e-eeuwse stijlen zoals het impressionisme en het surrealisme, en richtte me voornamelijk op schilderen en tekenen.

Pochva, 2023, fotograaf: Ira Grünberger

Heeft men hier een andere benadering van kunst dan in Belarus? Zo ja, was het moeilijk om eraan te wennen?
Het was zeker moeilijk om te wennen aan het idee van 'hedendaagse kunst' en wat dat betekent. Ik worstelde vaak om te begrijpen wat de docenten van me verwachtten en miste ook een groot aantal culturele verwijzingen, zeker van na de jaren ‘60. Het kostte daarom wat tijd om bij te komen, maar ik heb het gevoel dat het me ook een uniek, bijna outsiderperspectief op hedendaagse kunst heeft gegeven.

Je werk is niet politiek van aard. Gezien de massale protesten na de verkiezingen van 2020 in Belarus, de oorlog in Oekraïne, en de rol van Wit-Rusland hierin, vroeg ik me af of het moeilijk is om weg te blijven bij politieke onderwerpen in je werk?
Lang wilde ik politieke onderwerpen wilde in mijn werk, maar dit is veranderd, vooral door de gebeurtenissen die je noemt. Ik denk dat ik 'politiek' niet langer beschouw als iets los van andere facetten van het leven. Het is gewoon een deel van de menselijke conditie, een die veel complexe relaties tussen mens, materie, geest, enzovoort vormgeeft. In mijn laatste werk wordt bijvoorbeeld mijn persoonlijke verhaal en de huidige situatie in Oekraïne onderdeel van het verhaal en een essentieel element van het project.

Natural Philosophy, 2020, fotograaf: Marysia Swietlicka

Je begon met schilderen op doek, maar tegenwoordig maak je voornamelijk installaties. Wat is er onderweg gebeurd?
Dat klopt, mijn meer 'bewuste' artistieke reis begon met doek en olieverf. De overstap naar sculpturale installaties gebeurde tijdens mijn studie in Nederland. Ik volgde een cursus over 'uitgebreide sculptuur', wat me inspireerde om te experimenteren met installaties en verschillende media. Je zou kunnen zeggen dat het mijn ogen opende voor het feit dat sculpturen en installaties zoveel verschillende dingen kunnen zijn. Ik begon me bewust te worden van alle mogelijkheden om materialen, beelden en geluiden te combineren. Langzaam besefte ik in installaties al mijn interesses kwijt kon. Nog steeds ben ik onder de indruk van alle mogelijkheden die installaties bieden. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik slechts het topje van de ijsberg heb ontdekt in deze discipline.

Wat is volgens jou het belangrijkste thema van je werk?
Ik denk dat een essentieel thema van mijn werk is verwerpen van het idee van het 'belangrijkste thema'. Mijn interesse ligt in veelvoud en het benaderen van elk onderwerp als een soort koor van ontstemde, menselijke en niet-menselijke, levende en niet-levende stemmen. Wat ik inzet om daarover te praten verandert per project, maar mijn benadering om dingen zoals persoonlijke emoties en verhalen te positioneren in hetzelfde ensemble als bijvoorbeeld de erosie die wordt geproduceerd door water dat door een landschap stroomt, blijft hetzelfde. Op dit moment ben ik gefascineerd door het onderwerp oorlog en geweld, maar het is echt door de relaties en interacties die ik creëer tussen het verhaal en verschillende materialen dat het onderwerp zich voor mij ontvouwt en alle complexe facetten aanneemt die het tot leven brengen.

NON-STILL LIFE, 2022, fotograaf: Alex Heuvink 

Jouw installaties bestaan uit een mix van figuratieve en abstracte elementen. Hoe kwam je op die beeldtaal uit?
Dit ontwikkelde zich heel organisch. Ik ben enerzijds geïnteresseerd in nogal 'abstracte' concepten, zoals die in de natuurkunde en wetenschap te vinden zijn, en anderzijds in persoonlijke en concrete ervaringen. Uiteindelijk is mijn benadering dat er geen absolute scheiding is tussen wat 'abstract' en 'figuratief' genoemd kan worden. In de natuurkunde kunnen we ons bijvoorbeeld 'deeltjes' voorstellen, die in de klassieke natuurkunde worden beschreven als discrete concrete entiteiten. Maar als we de zeer kleine schaal beschouwen die wordt beschreven in de kwantumfysica, zijn deze deeltjes meer als een zeer abstract 'veld' zonder duidelijke grenzen. Figuratief of abstract kan dus slechts een kwestie van schaal zijn.

Hoe zet je je installaties in elkaar? Heb je een vooropgezet plan en zoek je daar vervolgens de juiste voorwerpen bij of werk je met wat er voorhanden is?
Elke installatie is een combinatie van beide. Ik vind het leuk om zeer nauwkeurig vervaardigde elementen te combineren met kant-en-klare en soms meer 'willekeurige' objecten die ik tegenkom. Bijvoorbeeld, in de installatie The Garden of larthly Delights, heb ik een sculptuur van een hoofd van Narges Mohammadi geplaatst op bouwmateriaal uit een winkel. Hoewel het bouwmateriaal iets is dat je kant-en-klaar kunt kopen, was het hoofd daarentegen het resultaat van een lang proces van 3D-scannen van Narges, 3D-printen van het model, gieten, enz. Ik vind de combinatie van doelbewuste en spontane acties zeer verrijkend voor het werk.

The Garden of Iarthly Delights, 2021, photography, Pippilotta Yerna

Een aantal van je werken hebben titels die refereren aan filosofie en biologie, zoals Natural Philosophy en The Garden of larthly Delights. Zijn die disciplines je inspiratiebronnen?
Op een bepaalde manier wel, maar ik denk dat 'filosofie' en 'biologie' iets te formeel klinken. Beide disciplines zijn een manier om fenomenen te bestuderen, een systematische benadering van onderzoek en communicatie. Ik ben vooral geïnteresseerd in onderzoeksgebieden waar deze systemen hun solide basis beginnen te verliezen. Daar vind ik ruimte voor mijn eigen verhaal en de mogelijkheid allerlei vragen die me intrigeren te behandelen. Er zijn simpelweg te veel dingen die me inspireren om ze in een systeem te plaatsen.

De installatie The Garden of larthly Delights bevat levende maden. Ik kan me voorstellen dat het uitdagend is om zoiets tentoon te stellen. Waarom besloot je dat toch te doen? 
Ja, je hebt helemaal gelijk. Werken met levende organismen is behoorlijk uitdagend binnen de context van kunsttentoonstellingen, die normaal gesproken gericht zijn op een ander soort kunstervaring. De meeste kunst ruimtes hebben een traditie die gebaseerd is op kunstobjecten als statische, levenloze 'wezens'. In die context vereist het presenteren van een levend wezen een volledig andere set regels. Ik vind die spanning heel interessant, omdat het nieuwe manieren van denken over kunst als actieve deelnemers in de ruimte.

Gefeliciteerd met je presentatie op Art Rotterdam! Wat kunnen we verwachten?
Dank je wel! Momenteel werk ik aan een project in samenwerking met het Highlight Delft-festival en het New Media Center van de TU Delft. Het draait om het onderwerp oorlog en het gebied in Frankrijk waar de 'Grote Oorlog' sporen heeft achtergelaten in het landschap. Je kunt nieuw werk verwachten met een combinatie van een digitaal naoorlogs landschap, getoond op schermen, en fysieke sculpturale elementen. Ik wil niet te veel onthullen omdat ik, als beeldend kunstenaar, altijd geloof dat het beter is om een werk zelf te zien dan een uitleg te horen. Ik experimenteer ook met glazenschilderijen die mogelijk een plek krijgen in de presentatie.

Op dit moment sta je aan het begin van je carrière. Wat hoop je de komende vijf jaar te bereiken?
Er zijn veel dingen die ik wil bereiken of waaraan ik wil deelnemen. Ik hoop deel te nemen aan artist-in-residence-programma's die me de kans geven om samen te werken met onderzoekers of wetenschappelijke instellingen. Ik ben zeer geïnteresseerd in interdisciplinaire samenwerking. Op dit moment is een van mijn belangrijkste doelen om dergelijke samenwerkingen tot stand te brengen. Ik zou ook graag mijn werk in het buitenland willen presenteren. Ik heb al enige tijd interactie met het Nederlandse publiek en ben zeer nieuwsgierig hoe mensen uit andere landen en culturele achtergronden met mijn werk zullen omgaan. Ik denk dat ik daar veel van kan leren.

Geschreven door Wouter van den Eijkel

Art Rotterdam mailing list

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws